Banken en spaarbanken mogen de rekeningkosten niet verhogen zonder de actieve toestemming van klanten.

Vier jaar na de consumentvriendelijke uitspraak van het Federale Hof van Justitie (BGH) over onterecht in rekening gebrachte rekeningkosten, hebben slechts enkele klanten terugbetaling van hun bank of spaarbank geëist. Dit blijkt uit een representatief onderzoek van vergelijkingssite Verivox. Slechts 11 procent van de respondenten diende een claim in.
In april 2021 verklaarde het Bundesgerichtshof (BGH) zogenaamde clausules van veronderstelde toestemming in de algemene voorwaarden van banken en spaarbanken ontoelaatbaar. Op grond van deze clausules werd aangenomen dat klanten hadden ingestemd met een wijziging van bijvoorbeeld de rekeningkosten, indien zij binnen een bepaalde termijn geen actief bezwaar aantekenden. Na de uitspraak hadden talloze consumenten recht op terugbetaling van onrechtmatig in rekening gebrachte kosten.
Minstens 40 procent zou er recht op hebben"We weten uit eerdere studies dat betaalrekeningen voor minstens 40 procent van alle klanten duurder zijn geworden in de drie jaar voorafgaand aan de uitspraak", zegt Oliver Maier, algemeen directeur van Verivox. "Ongeacht de betwiste verjaringstermijnen, hadden in ieder geval al deze klanten restitutie kunnen eisen." Het bedrijf is niet op de hoogte van een enkele bank die vóór de uitspraak in Karlsruhe de vereiste toestemming van de klant heeft verkregen.
In een onderzoek van Verivox, uitgevoerd in de zomer van 2021, gaf 82 procent van de respondenten aan dat ze de betaalde kosten zouden terugvorderen als ze daar recht op hadden. De realiteit is echter anders, blijkt uit het meest recente onderzoek. Vier van de tien respondenten waren niet op de hoogte van de uitspraak van het Bundesgerichtshof. Maar zelfs van degenen die wel op de hoogte waren van de uitspraak in Karlsruhe, zag meer dan 80 procent af van mogelijke claims voor vergoeding.
Wat was de reden?Volgens het onderzoek vroeg slechts 34 procent geen terugbetaling aan omdat ze vonden dat ze er geen recht op hadden. 23 procent vond de inspanning te groot en 21 procent wist niet zeker of de uitspraak op hen van toepassing was. 14 procent gaf aan dat de inspanning de moeite niet waard was geweest omdat ze niet veel geld op het spel hadden staan. En 7 procent vreesde dat hun rekening zou worden gesloten of dat hun zakelijke relatie met hun bank onder druk zou komen te staan.
Het Bundesgerichtshof (BGH) behandelt vandaag een rechtszaak over de terugbetaling van de door Berliner Sparkasse in rekening gebrachte honoraria op basis van een zogenaamde toestemmingsclausule. Deze keer staat de vraag centraal wanneer de vorderingen verjaren. Het is onduidelijk of er dinsdag uitspraak wordt gedaan.
ad-hoc-news