Chimpansees hebben geen 'moederproblemen': ze groeien op zonder grote trauma's veroorzaakt door giftige moeders.

Psychologen weten al lang dat vroege hechting aan de primaire verzorgers, meestal de ouders, een cruciale rol speelt in de ontwikkeling van een kind en van invloed is op de volwassene die het kind later in zijn leven wordt. Een veilige hechting, waarbij verzorgers beschikbaar en betrouwbaar zijn, resulteert vaak in veiligere en empathischere kinderen; Een onveilig-vermijdend type, waarbij de ouders niet reageren op emotionele behoeften, kan ervoor zorgen dat kinderen stoppen met het eisen van hen en alleen nog maar op zichzelf vertrouwen; en bij een ongeorganiseerde stijl kunnen kinderen agressie, angst of trauma ervaren.
Voor het eerst wilde een groep onderzoekers van het Max Planck Instituut voor Evolutionaire Antropologie in Leipzig, Duitsland, achterhalen of deze verbanden ook voorkomen bij chimpansees , onze naaste verwanten . En dat doen ze ook, met één verschil: als de apen in het wild worden grootgebracht, lopen de nakomelingen zelden grote trauma's op vanwege hun verwaarlozende moeder. Dat wil zeggen dat gedesorganiseerde gehechtheid nauwelijks wordt geregistreerd. Voor onderzoekers betekent dit dat veilige en georganiseerde gehechtheid diepe evolutionaire wortels heeft, terwijl gedesorganiseerde gehechtheid wordt gevormd door de omgeving waarin iemand opgroeit. Ze vertellen het in ' Nature Human Behavior' .
Wetenschappers observeerden vier jaar lang het gedrag van wilde chimpansees in het Taï Nationaal Park in Ivoorkust. Ongeveer dertig van hen waren maximaal tien jaar oud. Ze kwamen erachter dat sommige baby's zich veilig voelen, zich in moeilijke tijden tot hun moeder wenden voor troost en met vertrouwen hun omgeving verkennen, wetende dat zij er is om hen te steunen. Anderen hebben een onveilige, vermijdende hechting, wat betekent dat ze vaak onafhankelijker zijn en minder troost bij hun moeder zoeken. Ze vertoonden echter geen tekenen van gedesorganiseerde gehechtheid, zoals het slaan of aanvallen van hun moeders. Dit onderscheidt hen van mensen, bij wie 23,5% van de kinderen last heeft van gedesorganiseerde gehechtheid, en van verweesde chimpansees in gevangenschap, bij wie het in 61% van de gevallen voorkomt.

Bij mensen is er sprake van gedesorganiseerde gehechtheid wanneer een kind angst, trauma of agressie ervaart van zijn of haar verzorger. Als gevolg hiervan kan het kind verwarrend gedrag vertonen, behoefte hebben aan genegenheid, maar ook bang zijn voor de verzorger. Deze vorm van gehechtheid kan leiden tot problemen met emotionele regulatie, sociale integratie en langdurige psychische gezondheidsproblemen. Gedesorganiseerde hechting wordt als maladaptief beschouwd omdat het ervoor zorgt dat het kind niet zeker weet hoe te reageren in tijden van stress. Dit kan het vermogen van het kind om effectief met de situatie om te gaan belemmeren en de algehele overlevingskans beïnvloeden.
Chimpansees in gevangenschap, en dan met name weeskinderen die door mensen zijn opgevoed, ontwikkelen vaak dit soort traumatische gehechtheid, waarschijnlijk door het ontbreken van een vaste verzorger. In het wild, waar chimpansees opgroeien in stabiele familiegroepen en te maken hebben met natuurlijke overlevingsdruk zoals predatie, vonden de onderzoekers echter geen bewijs voor gedesorganiseerde hechting. Dit "ondersteunt de hypothese dat dit type hechting mogelijk geen adaptieve overlevingsstrategie is gezien de beperkingen van de omgeving", aldus eerste auteur Eléonore Rolland. Dit suggereert dat als er bij wilde chimpansees af en toe sprake is van ongeorganiseerde hechting, het onwaarschijnlijk is dat deze individuen zullen overleven of zich zullen voortplanten.
De hechtingstheorie is een belangrijk concept binnen de psychologie dat uitlegt hoe vroege relaties de emotionele en sociale ontwikkeling beïnvloeden. Een veilige hechting wordt geassocieerd met vertrouwen en veerkracht, terwijl een onveilige en gedesorganiseerde hechting geassocieerd kan worden met angst, stress en relatieproblemen. Het feit dat wilde chimpansees alleen een veilige of vermijdende hechting vertoonden, roept nieuwe vragen op over het ouderschap van de moderne mens. "Onze resultaten verdiepen ons inzicht in de sociale ontwikkeling van chimpansees en tonen aan dat mensen en chimpansees uiteindelijk niet zo heel veel van elkaar verschillen", aldus Rolland. Maar ze zetten ons ook aan het denken: zijn sommige moderne menselijke instellingen of zorgpraktijken afgeweken van wat het beste is voor de ontwikkeling van het kind?
"Door hechtingspatronen bij wilde chimpansees te identificeren, verschaffen we belangrijke inzichten in de oorsprong van menselijk sociaal gedrag", aldus hoofdauteur Roman Wittig. Deze studie verbindt psychologie, diergedrag en antropologie en werpt licht op hoe hechtingsstrategieën zich hebben ontwikkeld bij verschillende soorten. "Onze bevindingen", zegt hoofdauteur Catherine Crockford, "suggereren dat gedeelde hechtingsstrategieën bij primaten mogelijk een gemeenschappelijke evolutionaire erfenis weerspiegelen. De hoge prevalentie van ongeorganiseerde hechting bij mensen in gevangenschap en verweesde chimpansees, in tegenstelling tot wilde chimpansees, ondersteunt ook het idee dat de opgroeiomgeving een belangrijke rol speelt bij het vormen van hechtingsstijlen.
Volgens de onderzoekers brengen deze bevindingen ons dichter bij het begrijpen van chimpansees en mensen. Daarnaast stimuleren ze ons om dieper na te denken over de wijze waarop vroege levenservaringen de sociale en emotionele ontwikkeling van deze soort vormgeven.
ABC.es