Van Jashari tot Estupinan (en Hojlund): Milaan en de zoektocht naar verloren agressie

Wanneer een seizoen eindigt in een sportieve mislukking, wordt de club opgeroepen om een diepgaande analyse uit te voeren om de oorzaken te identificeren en herhaling te voorkomen. Uiteraard is het noodzakelijk om dieper te graven, zonder je te beperken tot de oppervlakkige trivialiteit van een spits die niet scoort of een keeper die te veel doelpunten tegen krijgt. Het bestuderen van de enorme hoeveelheid beschikbare data helpt ook bij het bepalen van een betere strategie voor de volgende transferperiode: een nieuwe aanwinst moet niet alleen worden geselecteerd op basis van individuele vaardigheden, maar ook op de potentiële voordelen binnen de gewenste algehele structuur van het team. Dat wil zeggen, of het doel is om een meer spelgericht team te bouwen, meer counteraanvallend, agressiever, fysieker, enzovoort. In deze context identificeerden Tare en Allegri, in de verschillende evaluaties, een feit dat tot nadenken stemde. Milan eindigde vorig seizoen op de derde laatste plaats wat betreft het aantal gemaakte overtredingen: 415, alleen Roma (406) en Parma (405) waren "schoner" dan de Rossoneri, met Verona (579), Empoli (570) en Udinese (543) op het podium van de slechteriken.
Een feit dat, los van de context, relatief veelzeggend is. Kijkend naar vorig seizoen biedt het echter zeker inzicht in een van de redenen voor hun problemen. Hoe vaak hebben we niet een Milan-team gezien dat overtuiging mist, strijdlust mist, bijna gewend is aan het tempo van anderen, niet in staat is een team te inspireren, zelfs niet ten koste van agressievere tactieken dan gepast is? Natuurlijk staan teams die proberen effectiever te spelen niet bekend om hun vasthoudendheid. Maar agressie – zowel collectief als individueel – is al jaren een essentieel ingrediënt in het voetbal. En zo is de club ook deze kant op gegaan om spelers op de transfermarkt te verwerven, op zoek naar agressieve spelers zoals Jashari, Estupinan en Athekame. Hojlund zelf, hoewel geen typische aanvaller, is van nature geneigd om de verdediging van de tegenstander agressief te benaderen. Dit is een richtlijn die uiteraard niet voor iedereen geldt. Modric is absoluut een ander type speler, maar de selectie had al uitstekende vertegenwoordigers in zijn categorie, zoals Fofana, Loftus-Cheek en Pavlovic. In dit verband bevestigde Jashari de positieve dingen die over hem waren gezegd tijdens zijn debuut: een complete speler die de bal goed kent, maar ook in staat is om die van anderen terug te veroveren.
La Gazzetta dello Sport