BASF Chemicals verlengt de levensduur van plastic vijf keer en investeert nog eens € 50 miljoen in Pontecchio.

Chemische additieven die het verval van kunststoffen vertragen, hebben van Pontecchio Marconi, een klein stadje in de regio Bologna, een internationaal referentiecentrum gemaakt voor het bestuderen en testen van kunststoffen voor de landbouw en de auto-industrie.
Hier vandaan verscheept het Duitse multinationale chemiebedrijf BASF zijn additieven naar 's werelds grootste landbouwregio's: Europa, maar vooral Zuid-Amerika, maar ook Azië, China, India en Japan. BASF heeft de afgelopen vijf jaar € 100 miljoen geïnvesteerd en heeft nog eens € 50 miljoen gepland voor de komende drie jaar, "om altijd een voet in de toekomst te hebben", legt Manuel Pianazzi uit, sinds juni vorig jaar directeur en CEO van BASF Italië, die hier een groot deel van zijn carrière als chemisch ingenieur doorbracht. De additieven in kwestie "stellen ons in staat de levensduur van kunststofproducten met minstens vijf keer te verlengen, die bij blootstelling aan licht en de oxidatiemiddelen in de lucht en de atmosfeer gestabiliseerd moeten worden. Onze additieven zijn met name licht- en hittestabilisatoren en zorgen ervoor dat producten die aan zonlicht worden blootgesteld, jarenlang meegaan."
De opwarming van de aarde zet ook de levensduur van plastic onder druk, met name het tweede leven, dat begint met recycling. "Kassenschermen, mulchdoeken en afdekzeilen voor hooibalen zouden zonder additieven nog niet eens één oogst dekken", betoogt Pianazzi, "met aanzienlijke economische en ecologische gevolgen. Dit heeft twee redenen: ten eerste is er meer plastic nodig, en ten tweede is het moeilijk te recyclen als het verslechtert. Als het echter gestabiliseerd is, gaat het meerdere jaren mee en garandeert het zowel economische duurzaamheid voor de consument als ecologische duurzaamheid, omdat het vervolgens gerecycled kan worden."
Op de locatie Pontecchio Marconi heeft zelfs de pandemie de investeringen niet tegengehouden: "De afgelopen vijf jaar, inclusief de coronaperiode, hebben we € 100 miljoen geïnvesteerd in nieuwe faciliteiten en technologieën om de productie te verbeteren", vertelt Pianazzi. Hij is gewend vooruit te kijken, want "ons doel is om altijd een stap voor te zijn op het gebied van technologische ontwikkeling, inclusief wetswijzigingen: de komende drie jaar investeren we € 50 miljoen. Een aanzienlijk deel is bestemd voor veiligheid en duurzaamheid, en een ander deel voor nieuwe technologieën die de productiestroom verbeteren en zorgen voor betere prestaties op de locatie, waar 330 hooggespecialiseerde directe medewerkers werken. Ons product gedijt op continue innovatie, ook voor de export. Export is goed voor meer dan 80% van onze productie en klanten kiezen voor ons vanwege de kwaliteit en samenwerking die we bieden."
Nog eens 150 mensen werken permanent rond de fabriek voor onderhoud en logistiek. Als we alle gerelateerde industrieën in ogenschouw nemen, komt het aantal werknemers uit op meer dan 1.000, binnen een sterk geïntegreerde toeleveringsketen, wat overeenkomt met wat er doorgaans gebeurt in de speciaalchemie. Deze aantallen worden bevestigd door een onderzoek, uitgevoerd met Nomisma, naar de economische impact van de fabriek. Hieruit bleek dat er een multiplier van 3,3 werd vastgesteld voor elke geïnvesteerde euro. Dit betekent dat er voor elke geïnvesteerde euro 3,3 euro wordt gegenereerd in gerelateerde industrieën. De multiplier voor werkgelegenheid was drie, wat betekent dat er voor elke werknemer drie banen worden gecreëerd in gerelateerde industrieën.
ilsole24ore