Het Constitutionele Hof verwerpt Cerdáns verzoek om vrijlating uit de gevangenis.

Het Constitutionele Hof (TC) heeft geweigerd het beroep van de voormalige secretaris van de PSOE, Santos Cerdán, tegen zijn voorlopige hechtenis te honoreren, die op 30 juni door de rechter in de zaak Koldo was bevolen.
Juridische bronnen hebben EFE laten weten dat de Tweede Sectie, bestaande uit de progressieve rechter Juan Carlos Campo en de conservatieve rechters Ricardo Enríquez en José María Macías (voorzitter), het verzoek om bescherming unaniem heeft afgewezen.
Het hof is van oordeel dat het beroep niet de bijzondere constitutionele betekenis heeft die Cerdán aanvoert en die de wet vereist, aangezien er reeds een constitutionele leer bestaat over de noodzaak om voorlopige hechtenis te rechtvaardigen door grondwettelijk legitieme doeleinden te rechtvaardigen, alsook over het verbod om deze maatregel te gebruiken voor dwangdoeleinden.
Bovendien is het beroep niet-ontvankelijk, aangezien de advocaten stellen dat het recht op verdediging is geschonden. Er zijn immers niet alle rechtsmiddelen uitgeput. Deze klacht is namelijk niet tijdig voor de Hoge Raad aangevoerd, voorafgaand aan het beroep om bescherming.
Dit was een beslissing die verwacht werd, aangezien dit soort beroepen zelden succesvol zijn omdat ze tijdens de onderzoeksfase worden ingesteld. Dat wil zeggen dat de gerechtelijke procedure nog loopt en het Hof van Waarborgen doorgaans niet ingrijpt in dergelijke situaties, leggen de bronnen uit.
In het hoger beroep stelde het verdedigingsteam van Cerdán dat het Hooggerechtshof zijn recht op vrijheid en het vermoeden van onschuld had geschonden door zijn gevangenschap te bevelen zonder op passende wijze "het bestaan van enig risico op wijziging of vernietiging van bewijsmateriaal" te rechtvaardigen, waarop het zijn beslissing om deze maatregel te bevelen baseerde.
"Door als enige reden aan te voeren voor het vermoeden van een risico op wijziging of vernietiging van bewijsmateriaal (...) een veronderstelde managementrol van de heer Cerdán, die uitsluitend is afgeleid uit een subjectieve analyse met betrekking tot enkele audio-opnamen waarvan we de waarheidsgetrouwheid tot op heden niet kennen (...), is volstrekt onvoldoende en voldoet niet aan de normen die worden gesteld" door de doctrine van het Constitutionele Hof en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, aldus het beroep.
De afwijzing van het Constitutionele Hof volgt op de recente uitspraak van rechter Leopoldo Puente van het Hooggerechtshof, die enkele dagen geleden de vrijlating van Santos Cerdán voor de tweede keer afwees. Hij benadrukte dat het risico dat bewijsmateriaal vernietigd wordt nog steeds bestaat, maar voegde eraan toe dat dit "naar verwachting" niet langer dan dit jaar zal duren.
Expansion