Iedereen zweeg over ‘de vergeten ramp’ van Groningen, die na 75 jaar nog veel emoties oproept
%2Fs3%2Fstatic.nrc.nl%2Fimages%2Fgn4%2Fstripped%2Fdata135972970-d6d586.jpg&w=1920&q=100)
In de brandende zon staat Klaas van der Molen dinsdagmiddag voor honderden mensen in Groningen. Hij gaat vertellen over zijn broer, die 75 jaar geleden bij een ongeluk om het leven kwam. Maar al bij het uitspreken van zijn eigen voornamen ‘Klaas Willem’, raakt hij geëmotioneerd. Willem was de naam van zijn broer, die zeven jaar voordat Klaas werd geboren om het leven kwam. Zijn ouders vernoemden hem naar hun overleden zoon. „Ik heb het helemaal niet meegemaakt, maar toch ook weer wel”, zegt Van der Molen.
Op zaterdag 12 augustus 1950 kwamen in de Groningse Oranjewijk zes kinderen om het leven bij een ongeluk. Ze speelden bij de groenteveiling, toen een trein het hek van het gebouw raakte. Een pas gemetseld muurtje stortte in en viel op hen. Zes kinderen raakten zwaargewond, zes anderen overleefden het niet. Ze werden vier tot veertien jaar oud. Een week lang gingen alle gordijnen in de buurt dicht. Daarna werd er niet meer over gesproken.
Over deze ‘vergeten ramp’ kreeg Afsaneh Moghadam een jaar geleden een mail. Al 25 jaar is ze sociaal werker in Groningen, maar ze had nog nooit gehoord over wat er al die jaren geleden in de Oranjewijk was gebeurd.
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135791663-84403a.jpg|https://images.nrc.nl/ojVn8r3h9ob5tT9PA8b_7C1_GKg=/1920x/filters:no_upscale():format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135791663-84403a.jpg|https://images.nrc.nl/yWAocjEM-xt1ZIQszCgM7oMRuTI=/5760x/filters:no_upscale():format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135791663-84403a.jpg)
Op 16 augustus 1950, vier dagen na het ongeluk, trekt een begrafenisstoet door de straten van de Oranjewijk voor de twee omgekomen broers Klaas (7) en Reini (5) Foto J.D. Noske/Anefo/Nationaal Archief
Een bewoonster van de wijk vroeg Moghadam vorige zomer in de mail of ze aandacht wilde besteden aan het ongeluk. Moghadam besloot informatie te verzamelen en verspreidde een brief in de wijk. „Die bereikte niet alleen de buurt. Bewoners stuurden de brief door naar oud-bewoners die inmiddels op andere plekken wonen”, vertelt Moghadam.
Ze zocht mensen die het ongeluk meemaakten en broers en zussen verloren op en tekende hun verhaal op. „Het was alsof een vulkaan van emoties uitbarstte”, zegt Moghadam. „Veel pijn kwam naar boven, maar ook opluchting dat ze eindelijk hun verhaal konden vertellen. Veel mensen hebben er nooit over gepraat. Een ooggetuige heeft nu pas een brief aan zijn dochter geschreven over wat er gebeurd is.”
Lees ook
De 'vergeten ramp' van Groningen was in 1950 voorpaginanieuws in het Algemeen Handelsblad. Lees hier het artikel in ons archief.Samen met de wijkvereniging en de gemeente Groningen maakte Moghadam de brochure ‘een stilgevallen straat’ met daarin de verhalen van nabestaanden en overlevenden. Ze vertellen hoe de tijd na het ongeluk was en wat de impact op hun leven is geweest. Zo vertelt een vrouw die twee broers verloor dat haar familie bij de ramp „uitzonderlijk zwaar is getroffen. Mijn oudere broertje Klaas en mijn tweelingbroertje Reini kwamen om het leven en ik kwam zwaargewond in het ziekenhuis te liggen. De ramp zal zeker invloed hebben gehad op mijn ouders. Maar in die tijd werd hierover niet gepraat en zeker niet met je eigen, kleine kinderen. De kop most d’r veur! Je moest verder!”
Ik heb het ongeluk helemaal niet meegemaakt, maar toch ook weer wel
Ook Jan, vriend en klasgenoot van Gjalt van der Meulen (83), kwam om het leven. „Zijn plaats bleef leeg in de klas en verder werd er niet over gesproken”, zegt Van der Meulen in de brochure. In die tijd werd er over pijn en verdriet niet gesproken, zegt Moghadam. Hulp was er ook niet. „Een sociaal werker bestond nog niet. Na het ongeluk gingen de gordijnen dicht. Uit saamhorigheid deden alle buren dat. Achter gesloten deuren werd er gerouwd. Niemand sprak er toen over, maar de impact was groot. Een broer van een van de omgekomen kinderen vertelde mij dat zijn vader elke dag naar de begraafplaats ging.”
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135973018-33976b.jpg|https://images.nrc.nl/wu9NOUGECZi9Mmi8DE9Rt6vqEaw=/1920x/filters:no_upscale():format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135973018-33976b.jpg|https://images.nrc.nl/-u5-8x8Bn4w250uiB3wOcIP_NMc=/5760x/filters:no_upscale():format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135973018-33976b.jpg)
Op de gedenksteen staat een tekst van de Groningse stadsdichter Esmé van den Boom. Bij de onthulling sprak nabestaande Klaas van der Molen, die zijn oudere broer Willem nooit gekend heeft. Foto Sake Elzinga
Veel huidige buurtbewoners wisten niet wat er in hun wijk was gebeurd, maar zijn nu betrokken bij de herdenking en de onthulling van het monument. „Nu weet ik waarom er op die plek soms bloemen liggen, zei een bewoner”, vertelt Moghadam.
75 jaar na de ramp is er nu een monument, met een gedicht van stadsdichter van Groningen Esmé van den Boom. Tijdens de herdenking spreken nabestaanden. Zo vertelt Klaas van der Molen wat de impact van het verlies van hun zoon Willem op zijn ouders was. „In 1957 kwam ik op de wereld. Ik was enig kind en kwam in een kooi terecht. Ik mocht niks. Ik had geen slechte ouders, helemaal niet. Maar ik heb mij niet kunnen ontplooien. Daardoor is deze dag wel een beetje emotioneel. Ik vind het heel mooi dat hier een monument is gekomen.”
Na het ongeluk gingen de gordijnen dicht
Hilda Hoeksema (80) was vijf jaar oud tijdens het ongeluk en overleefde het, maar had botbreuken en een hersenschudding. Daarna, tijdens haar opname in een herstellingsoord, verdronk haar tweelingbroertje Appie. Op advies van de artsen vertelden haar ouders dat pas nadat ze thuiskwam uit het oord. Tijdens de herdenking spreekt ze over de gevolgen van het letsel op haar leven. „Het heeft ruim anderhalf jaar geduurd voordat mijn lichaam hersteld was. Mijn leervermogen was aangetast. Ik schaamde mij.”
Tijdens de herdenking is het voor het eerst in 75 jaar een minuut stil voor de omgekomen kinderen. Het doet de nabestaanden, ooggetuigen en overlevenden goed. „Deze herdenking biedt mij kracht en troost en ik hoop dat wie dit ook overkomen is, dit net zo mag beleven”, zegt Hoeksema. „Dit mag niet weer opnieuw vergeten worden.”
nrc.nl