Italianen mijden hun geliefde stranden, want de ligstoelen worden te duur
%2Fs3%2Fstatic.nrc.nl%2Fimages%2Fgn4%2Fstripped%2Fdata135972891-d96485.jpg&w=1920&q=100)
In de meeste Italiaanse badplaatsen staan op het strand lange rijen parasols en ligbedjes, per strook in dezelfde felle kleur. Een strandcabine, parasol en strandstoelen huren, vaak op dezelfde plek als het jaar ervoor, is voor Italianen onderdeel van de zomervakantiecultuur. Omdat veel stranden in Italië door private vergunninghouders worden beheerd, en de beste plekken het snelst zijn verhuurd, gaan Italianen vanaf mei op zoek naar hun stukje strand voor mooie zomerdagen.
Maar niet dit jaar. In juni en juli trokken volgens de sector zelf gemiddeld 20 tot 30 procent minder betalende badgasten naar private stranden. Tijdens de weekends was het nog wel druk, maar vooral op weekdagen doken beduidend minder toeristen op. Dat is te wijten aan de hoge kosten van het levensonderhoud, reageert Fabrizio Licordari, voorzitter van Assobalneari, een vereniging van stranduitbaters, tegen de krant La Repubblica. „Logisch dat gezinnen dan beknibbelen op hun vrijetijdsbesteding.”
In de Italiaanse media klagen badgasten echter over te hoge prijzen aan het strand. Volgens de consumentenvereniging Altroconsumo zijn de huurprijzen van strandmateriaal gemiddeld 17 procent hoger dan vier jaar geleden. Kost een dagje strand in de centrale landstreek Lazio nog gemiddeld zo’n 30 euro, dan kan dit aan het strand van Gallipoli, in het Zuid-Italiaanse Puglia, oplopen tot 90 euro. Dat laatste is een uitzonderlijk hoge prijs, maar zelfs tegen het laagste tarief kunnen de kosten van een weekje aan zee voor een gezin met kinderen flink oplopen.
Parasol en ligbedjes„Zelf zou ik geen 90 euro ophoesten voor een dagje strand, maar het hangt er ook vanaf welke diensten je hiervoor krijgt”, reageert Mauro Vanni (61), uitbater van een strandconcessie in de populaire badplaats Rimini aan de Adriatische kust, telefonisch. „Sommige toeristen, zoals in de luxeresorts van Forte dei Marmi in Toscane of Porto Cervo op Sardinië, gaan op zoek naar exclusiviteit en willen daar best wat voor betalen. Wie een vijfsterrenhotel reserveert, verwacht ook niet 30 euro te betalen.” Vanni hanteert naar eigen zeggen democratischer prijzen: „Bij ons betaal je 24 euro per dag voor een parasol, twee ligbedjes en tal van diensten, zoals toegang tot de speeltuin en gym, de pingpong- en biljarttafel en de kinderclub met spelletjes.” Wie een week bij hem boekt, krijgt korting.
Maar het blijft niet bij gemopper over stijgende prijzen. In Italië klinkt ook ongenoegen dat veel publieke ruimte überhaupt door private vergunninghouders wordt beheerd. Wie met strandlaken en koelbox met zijn eigen snacks naar een vrij strand wil, heeft in sommige Italiaanse streken niet veel opties meer. Rimini ligt net als andere drukbezochte badplaatsen als Riccione, Cattolica en Cesenatico in Emilia-Romagna, waar zo’n 70 procent van het strand door private uitbaters wordt beheerd. Ook in Ligurië (de regio van Genua) en in Campanië (de streek rond Napels) ligt het percentage geprivatiseerd strand zo hoog.
In Italië klinkt ook ongenoegen dat veel publieke ruimte door private vergunninghouders wordt beheerd
„Er zijn grote regionale verschillen”, zegt stranduitbater Mauro Vanni. „In delen van Zuid-Italië vind je dan weer veel meer publiek strand. In heel het land wordt volgens de overheid slechts 33 procent van de stranden door vergunninghouders beheerd.” Een cijfer dat onder meer veel protest opriep van milieuorganisaties. Volgens hen rekende de overheid bij het percentage ‘vrij en toegankelijk strand’ ook rotsachtige en ontoegankelijke kust, industriezones en delen van havens.
De private strandlicenties zijn in Italië een heikel politiek thema en politici houden de strandvergunninghouders liefst te vriend. De vergunningen om op stranden commerciële toeristische diensten te leveren, worden door openbare besturen zoals gemeentes verstrekt. Vaak gelden de strandlicenties voor vele jaren en worden ze automatisch verlengd. Dat is tegen Europese regels, zegt Brussel, dat Italië hier al vaker voor op de vingers tikte. Volgens de Bolkestein-richtlijn moet Italië openbare aanbestedingsprocedures organiseren die in heel Europa toegankelijk zijn. Italië schuift de hete aardappel al jarenlang voor zich uit. Ditmaal belooft Rome dat die openbare aanbestedingsprocedures er echt zullen komen – maar pas in 2027.
FamiliebedrijfStranduitbater Vanni vreest dan zijn vergunning en 28 jaar investeringen kwijt te spelen: „Tegen een grote internationale investeerder kan een familiebedrijf als het onze niet op. Europa wil liberaliseren en concurrentie aanmoedigen? Dit klinkt eerder alsof de EU de grote lobbygroepen in de kaart speelt.”
De komende twee zomers heeft Vanni zijn vergunning nog op zak en zit hij veilig. Tenminste, als de badgasten tijdens deze augustusmaand wél massaal komen opdagen, en de dalende inkomsten van juni en juli zo compenseren. „Ach, wij maken de balans van de zomer pas op in september”, besluit hij, relativerend. Op de achtergrond klinkt het geluid van de strandstoelen die hij dichtklapt. „Juni en juli vielen op bepaalde dagen wat tegen, klopt. Maar dit is de week van Ferragosto”, zegt hij, doelend op 15 augustus, de katholieke feestdag Maria Hemelvaart – het hoogtepunt van de Italiaanse zomervakantie. „Ook dit jaar kun je op het strand in Italië dan vast weer over de hoofden lopen.”
nrc.nl