Rechters stellen voor om nationaliteit alleen te verliezen in gevallen van misbruik, om ongrondwettelijkheid te omzeilen

In juni diende de regering een voorstel in bij de Assemblee van de Republiek om de nationaliteitswet te wijzigen. Deze wet bepaalt dat genaturaliseerde burgers met een andere nationaliteit dan de Portugese nu door de rechtbank kunnen worden gestraft met verlies van de Portugese nationaliteit als ze worden veroordeeld tot minimaal vijf jaar gevangenisstraf voor misdaden tegen het leven en de seksuele vrijheid, terrorisme of drugshandel, onder andere.
De straf heeft het karakter van een accessoire sanctie en kan alleen worden opgelegd voor feiten die zijn gepleegd in de tien jaar na het verkrijgen van de Portugese nationaliteit.
In zijn advies over het wetsvoorstel dat op 9 september naar het parlement werd gestuurd en dat afgelopen woensdag door Lusa werd geraadpleegd, waarschuwt de CSM dat dit “constitutionaliteitsproblemen zou kunnen opleveren”, omdat het een “tweedegraadsnationaliteit” of een “procesregime” creëert dat “onderscheid tussen burgers” creëert.
Er wordt echter erkend dat dit voorkomen zou kunnen worden als er ‘een verband bestaat tussen het verkrijgen van de nationaliteit en de vervalsing/het misbruik van de vereisten/documenten die deze ondersteunen’.
In dit verband wijst het bestuur van de rechters er ook op dat "de bijkomende straf inhoudelijk gezien op enigerlei wijze verband moet houden met het misdrijf in kwestie". Dit verklaart bijvoorbeeld waarom iemand die wegens diefstal wordt veroordeeld, niet wordt gestraft met een rijverbod.
De CSM merkt in haar conclusies dan ook op dat, vanuit juridisch oogpunt, de “bepaling van de accessoire straf van verlies van nationaliteit […] moet worden heroverwogen, gezien de associatie met situaties van misbruik van nationaliteit of valse vereisten die de basis vormden voor de toekenning ervan”.
Het orgaan, onder leiding van de president van het Hooggerechtshof, signaleert ook risico's op ongrondwettelijkheid als de nieuwe vereisten voor het verkrijgen van de nationaliteit van toepassing zijn op verzoeken die zijn ingediend vóór de mogelijke inwerkingtreding van de wet.
De CSM attendeert afgevaardigden onder meer op de mogelijke gevolgen van de voorgestelde wet voor buitenlandse kinderen en jongeren die risico lopen en permanent in een instelling verblijven. Momenteel hebben zij recht op naturalisatie.
"In dit voorstel wordt dit recht discretionair. De voorgestelde wijziging is een politieke keuze. Er dient echter te worden overwogen het recht zoals bedoeld in lid k) van artikel 58 van Wet nr. 147/99 van 1 september te herformuleren", benadrukt de commissie.
Het voorstel van de regering om de nationaliteitswet te wijzigen, wordt in september besproken in de parlementaire commissie voor Constitutionele Zaken, Rechten, Vrijheden en Garanties.

