Carl-Bolle-Schule in Berlijn: E-mail belastert onderwijssenator Günther-Wünsch – vertelt ze leugens?

In het geval van de gepeste leraar in Berlijn-Moabit blijkt uit een e-mail dat de senator een berisping wegens partijdigheid negeerde. De druk op Günther-Wünsch neemt toe.
De Berlijnse senator voor Onderwijs Katharina Günther-Wünsch (CDU) komt steeds meer onder druk te staan in de zaak van de gepeste leraar Oziel Inácio-Stech. De bewijzen van structureel falen binnen het onderwijsbestuur stapelen zich op.
Medio mei meldde Oziel Inácio-Stech in een krant dat hij jarenlang gediscrimineerd en gepest werd op de Carl Bolle basisschool in Moabit door moslimleerlingen, maar ook door de schoolleiding en de verantwoordelijke schoolinspectie – omdat hij homoseksueel is. De zaak veroorzaakte landelijke ophef.
De senator bleef lange tijd stil, maar begin juni vertelde ze de Onderwijscommissie dat het een zeer complexe zaak betrof, met een grote discrepantie tussen de berichtgeving in de pers en de feitelijke dossiers. Ze werd voor het eerst op de hoogte gesteld van de zaak toen de advocaat van Inácio-Stech haar een brief stuurde. De brief was een klacht op grond van de Algemene wet gelijke behandeling (AGG), zoals duidelijk bleek uit de onderwerpregel, aldus de senator. De brief werd doorgestuurd naar de verantwoordelijke instantie voor verwerking, die binnen vier weken reageerde. Er kon geen sprake zijn van een systematische tekortkoming.
Een week later moest de senator in de Tweede Kamer toelichten dat ze de brief pas in mei had gelezen, nadat de openbare verslagen waren gepubliceerd. Alleen al dit feit leidde tot kritiek . De brief van haar advocaat was aangetekend verzonden met ontvangstbevestiging en aan haar persoonlijk geadresseerd. De persbureaus van verschillende SPD- senatoren verklaarden later dat dergelijke brieven altijd persoonlijk aan de senatoren werden overhandigd.
De brief is geen klacht op grond van de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AGG), zoals de senator beweert. De advocaat klaagt er juist over dat zijn klacht sinds september niet is verwerkt. Hij beweert ook dat Detlev Thietz, het hoofd van de Centrale Onderwijsinspectie, "kennelijke vooringenomenheid" zou hebben vertoond en ook betrokken zou zijn geweest bij de discriminatie van zijn cliënt.
Het kantoor van de senator stuurde de brief echter ter verwerking door – naar verluidt niet op de hoogte van de inhoud – naar uitgerekend Detlev Thietz. Thietz onderzocht op zijn beurt zijn eigen vooringenomenheid en stelde vast dat er geen sprake was van discriminatie. Bovendien verklaarde hij medio januari dat er geen sprake was geweest van discriminatie jegens Inácio-Stech. De senator beriep zich hierop in de Onderwijscommissie toen zij verklaarde dat de docent niet gediscrimineerd was.
Dat haar medewerker, die dit ontdekte, mogelijk bevooroordeeld was, heeft de senator tot nu toe verzwegen.

De Berliner Zeitung heeft nu toegang tot de e-mail die de advocaat op 4 december 2024 vooraf naar de Senaatsafdeling Onderwijs heeft gestuurd. Het is een kort, kort bericht van twee regels. Het luidt: "Geachte senator Günther-Wünsch, hierbij voeg ik ter uwer informatie het bezwaar tegen de vooringenomenheid van uw medewerker Thietz bij, dat ik namens en namens mijn cliënt vooraf per e-mail heb ingediend."
"Persoonlijke bevestiging" is vetgedrukt en onderstreept in de e-mail. De onderwerpregel zelf luidt: "Claim of bias - Klachten op grond van artikel 13 van de Algemene wet gelijke behandeling (AGG)." Volgens het Gemeenschappelijk Reglement van Orde van de deelstaat Berlijn moet een dergelijke e-mail worden overhandigd aan de geadresseerde. In dit geval Katharina Günther-Wünsch.
Hieruit blijkt duidelijk dat zij, in tegenstelling tot wat de senator eerder beweerde, sinds 4 december op de hoogte moet zijn geweest van mogelijke vooringenomenheid bij de persoon naar wie haar kantoor de zaak ter behandeling had verwezen.
Volgens informatie van de Berliner Zeitung bereikte de negen pagina's tellende brief begin december ook de algemeen vertegenwoordiger van mensen met een ernstige beperking binnen het onderwijsbestuur en de voorzitter van de personeelsraad van de algemene scholen in Mitte. Met andere woorden: veel verschillende afdelingen binnen het onderwijsbestuur waren op de hoogte van de zaak, maar niemand hielp Inácio-Stech. Alleen Detlev Thietz, de man aan wie de klacht gericht was, reageerde.
Structureel falen van het onderwijsbestuur?Günther-Wünsch beweerde in de Onderwijscommissie dat ze het dossier tot in detail had gelezen. De e-mail moet in het dossier zijn opgenomen. Zo niet, dan zou dat volgens bronnen binnen de Senaat alleen maar kunnen betekenen dat deze uit het dossier is verwijderd.
Donderdag gaf Max Landero (SPD), staatssecretaris voor Integratie, commentaar op de zaak. Hij sprak de senator in de Onderwijscommissie tegen en zei: "De leraar had hulp en ondersteuning nodig. We zien daar nu al tekenen van structureel falen." Dit vermoeden wordt voor Katharina Günther-Wünsch steeds moeilijker te weerleggen.
Heeft u feedback? Schrijf ons! [email protected]
Berliner-zeitung