Polen | Polen: Provocaties rond Jedwabne
Vijfentwintig jaar geleden schokte een klein boekje het Poolse publiek, en de schok voor de lezers thuis was opzettelijk. De Pools-Amerikaanse historicus Jan Tomasz Gross had zich toegelegd op een pogrom die plaatsvond in de schaduw van de Duitse invasie van de Sovjet-Unie, die op 21 juni 1941 begon. Het verhaal speelt zich af in het kleine Oost-Poolse stadje Jedwabne, dat minder dan 3000 inwoners telde en in de herfst van 1939 al onder Sovjetbezetting stond, niet ver van de Duits-Sovjet demarcatielijn. Daar werden op 10 juli 1941 enkele honderden Joodse inwoners van het stadje vermoord, niet door de binnenvallende Duitse bezetters, maar door Poolse buren, vandaar de titel van het boek: "Buren: De moord op de Joden van Jedwabne" (Pools 2000, Duits 2001).
Levend verbrandHet boek vermeldde dat de Joden van Jedwabne, die ongeveer de helft van de stadsbevolking vormden, door hun Poolse buren waren vermoord. De meesten van hen werden met geweld in een schuur gedreven en levend verbrand. In 1949 vond er zelfs een proces plaats waarbij een tiental daders werden veroordeeld, maar voor het grote publiek in Polen was dit hooguit een marginale kanttekening in de grotere gebeurtenissen van de oorlog en de bezetting. In 1964 werd op de plek van de afgebrande schuur een gedenksteen geplaatst met de volgende inscriptie: "De Gestapo en Hitlers gendarmerie hebben hier 1600 mensen levend verbrand. 10 juli 1941." Het contrast met de beweringen in Gross' boek had niet opvallender kunnen zijn. Opgemerkt dient te worden dat Gross het aantal slachtoffers in zijn boek heeft overgenomen.
In 2001 werd een nieuwe gedenksteen onthuld – op de 60e verjaardag van de misdaad: "Ter nagedachtenis aan de Joden van Jedwabne en omgeving, aan de mannen, vrouwen en kinderen die deze plek hun thuis noemden, die hier werden vermoord en levend verbrand. Jedwabne, 10 juli 1941." Bij de onthulling bood Aleksander Kwaśniewski, de toenmalige president van Polen, zijn excuses aan – zowel in zijn eigen naam als namens de Polen wier geweten door deze misdaad was aangeraakt. Deze tweedeling is gebleven: enerzijds degenen wier geweten diep geschokt is en die een volledige en onverbloemde opheldering van de gebeurtenissen van die tijd eisen, en anderzijds degenen die, in alle mogelijke schakeringen, een soort egelhouding aannemen en de situatie liever bagatelliseren. Bijvoorbeeld wanneer ten onrechte wordt beweerd dat de Joden in Oost-Polen tussen de herfst van 1939 en juni 1941 op veel plaatsen in bijzonder hoge mate met de Sovjetbezetters hebben samengewerkt.
Het Instituut voor Nationale Herinnering (IPN), dat een enorme invloed heeft op het geschiedenisbeleid, heeft de zaak relatief snel opgelost. Hun standpunt uit 2004 lijkt de laagste gemene deler waar iedereen het nu over eens is: er zijn minstens 340 mensen omgekomen, de meesten in de schuur, de directe daders kwamen uit Jedwabne, maar de algehele verantwoordelijkheid ligt bij de Duitse bezetters, die de misdaad hebben aangewakkerd, ook al is daar geen bewijs voor.
Gross ziet zijn standpunten vandaag bevestigd en wijst erop dat andere gevallen zoals die in Jedwabne allang aan het licht zijn gekomen. Het Holocaustonderzoek in Polen kreeg een impuls na de publicatie van het boek, een goed voorbeeld hiervan is de Holocaust Research Association (Centrum Badań nad Zagładą Żydów), opgericht in Warschau in 2003, met zijn belangrijke publicaties. Het is overigens niet voor niets dat Jarosław Kaczyński, wanneer hij tekeergaat tegen de "pedagogie van de schaamte", zich altijd in wezen richt op deze onderzoeksvereniging.
Dit jaar maakte Grzegorz Braun, de uitgesproken antisemiet, tegenstander van de EU en voorvechter van het herstel van de nationale soevereiniteit, op zijn eigen manier gebruik van de herdenking in Jedwabne. Het onafhankelijke lid van het Europees Parlement, die enkele weken geleden meedeed aan de Poolse presidentsverkiezingen en in de eerste ronde 6,3 procent van de stemmen behaalde, provoceerde de menigte op de herdenkingsdag in Jedwabne: "Stop met de Joodse leugens. De misdaad van 10 juli 1941 in Jedwabne werd begaan door de Duitsers!" De reacties waren fel, met zelfs in het nationaal-conservatieve kamp scherpe afwijzing. Kaczyński beschuldigde Braun er vaag van te handelen in het belang van een externe mogendheid.
Nieuwe gedenkplaten stuiten op protestNieuwe gedenkplaten bij het monument geven de Duitsers eveneens de schuld van het bloedbad. Zoals de Poolse krant Gazeta Wyborcza meldde, werden er zeven stenen met tekst in het Pools en Engels op privéterrein naast het monument geplaatst.
De Poolse journalist Wojciech Sumlinski legde op de online dienst X uit dat hij de installatie via crowdfunding had gefinancierd. Het Holocaustmonument Yad Vashem heeft de Poolse autoriteiten nu opgeroepen om "de aanstootgevende installatie te verwijderen en ervoor te zorgen dat de historische betekenis van de locatie behouden en gerespecteerd wordt." De plaquettes, zei hij, ontkennen de morele en historische verantwoordelijkheid die Polen draagt.
nd-aktuell