De regering maakte bezwaar tegen het wetsvoorstel tot wijziging van de Fonpet, omdat zij het ongrondwettelijk en lastig vond.

De ministers van Financiën, Germán Ávila Plazas, en Arbeid, Antonio Sanguino, maakten bezwaar tegen het door het Congres goedgekeurde wetsvoorstel dat burgemeesters en gouverneurs meer autonomie zou geven over het beheer van de middelen uit het Nationaal Pensioenfonds voor Territoriale Entiteiten (Fonpet), een mechanisme dat is opgezet om deze entiteiten te helpen hun pensioenverplichtingen te dekken. De ministers beschouwen het initiatief als ongrondwettelijk en ongepast.
Het wetsvoorstel, dat in mei van dit jaar werd goedgekeurd, actualiseert Wet 549 van 1999 en beoogt territoriale entiteiten meer autonomie te geven bij het beheer van de middelen van het fonds. Het verlengt tevens de deadline voor Fonpet om de nodige middelen te verzamelen om de pensioenen van werknemers in het onderwijs, de gezondheidszorg en de algemene sector te garanderen, tot 2044.
In een brief aan Efraín Cepeda, voorzitter van de Senaat, betogen de ministers dat het wetsvoorstel ongrondwettelijk is. Volgens de regering schendt het namelijk het beginsel van de financiële houdbaarheid van het land, zoals vastgelegd in artikel 334 van de Grondwet.

Dit was het document dat werd ingediend bij de voorzitter van de Senaat. Foto: Ministerie van Arbeid
Volgens het ministerie van Financiën heeft het wetsvoorstel wel degelijk een budgettair effect en is daarom overheidssteun nodig. "(...) omdat het de effecten negeert die zouden voortvloeien uit de herverdeling van middelen die zijn toegewezen om de pensioenverplichtingen van territoriale entiteiten die van de centrale overheid afkomstig zijn, aan te pakken. Met name de impact die het zal hebben op de nationale schatkist", aldus het document.
Het initiatief stelt bovendien dat het artikel 48 van de Grondwet schendt, waarin staat dat de sociale zekerheid een verplichte publieke dienst is . Ook schendt het artikel 362, omdat het volgens de regering de toewijzing van activa en inkomsten van lokale overheden beïnvloedt.
"Het schendt artikel 287 van de Grondwet, omdat het de autonomie van de territoriale entiteiten schendt; het schendt artikel 151 van datzelfde artikel, omdat het niet voldoet aan de vereisten die aan het Congres van de Republiek worden gesteld door de bepalingen van artikel 7 van Wet 819 van 2003", voegen ze toe.

Dit was het document dat werd ingediend bij de voorzitter van de Senaat. Foto: Ministerie van Arbeid
Het besluit van de Rijksoverheid houdt in dat het wetsvoorstel terugkeert naar de Eerste Kamer, waar een nieuw debat zal plaatsvinden over de geuite bezwaren.
Als het Congres ondanks bezwaren aandringt op goedkeuring van het wetsvoorstel, wordt het voorgelegd aan het Constitutionele Hof, dat moet beoordelen of het grondwettelijk is. Als het grondwettelijk wordt verklaard, moet president Gustavo Petro het ondertekenen.
CAMILO A. CASTILLOPolitisch redacteurX: (@camiloandres894)
eltiempo