De midlifecrisis van duurzame financiën: wat komt er na de hausse?


Nu extreme weersomstandigheden Zuid-Europa teisteren en de roep om transparantie in ESG-beleggingen toeneemt, vertoont duurzame financiering tekenen van vermoeidheid. Neill Blanks, Managing Director van MainStreet Partners, benadrukt in deze analyse voor ESGnews hoe de sector zich in een transitiefase bevindt: de kritiek op prestaties en de politisering van ESG nemen toe, terwijl beheerders en fondsen kiezen voor strategische stilte ( greenhushing ) om blootstelling te vermijden. De versnipperde regelgeving tussen Europa, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk compliceert het beeld verder.
Er zijn echter ook tekenen van consolidatie: nieuwe ESMA -regels, het Britse SDR-regime en een voorgestelde duidelijkere classificatie voor duurzame fondsen. GSS-obligaties blijven groeien, ondanks een selectievere omgeving. Volgens Blanks zal 2025 het jaar zijn waarin duurzame financiering volwassenheid zal moeten tonen en een robuustere, strengere en impactgerichte taal zal moeten hanteren.
Nu Zuid-Europa te maken krijgt met ongekende hittegolven, zijn klimaatrisico's geen theoretische scenario's meer, maar tastbare realiteiten. Van brandende wijngaarden in Frankrijk tot opgedroogde reservoirs in Spanje: de milieu-urgentie die de explosie in ESG en duurzame investeringen aanwakkerde, is nu voor iedereen duidelijk zichtbaar. Maar juist op het moment dat de behoefte aan duurzame financiering het grootst is, ervaart de sector toenemende ambiguïteit en verhaalmoeheid.
De afgelopen 18 maanden is ESG-beleggen bekritiseerd vanwege de prestaties, transparantie en vooral de toenemende politisering. De koers op de lange termijn blijft echter onveranderd. De vraag is: hoe zal de markt zich ontwikkelen in een omgeving waarin zichtbaarheid niet langer gelijkstaat aan geloofwaardigheid?
De verschillen in regelgeving tussen de Verenigde Staten en Europa worden groter. In de VS domineert anti-ESG-retoriek opnieuw het publieke debat, en de beslissing om zich voor de tweede keer terug te trekken uit het Klimaatakkoord van Parijs is zowel symbolisch als materieel van belang.
In Europa is echter een gedeeltelijke heroverweging gaande met het Omnibuspakket , dat voorstelt de rapportagevereisten van de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) te versoepelen. Deze wijziging riskeert een toenemende datafragmentatie en een verminderde vergelijkbaarheid tussen investeringen.
De regels voor individuele producten blijven zich echter ontwikkelen. De nieuwe ESMA-richtlijnen, die van kracht zijn vanaf 21 mei 2025, stellen strenge eisen aan fondsen die ESG- en duurzaamheidsgerelateerde termen in hun naam gebruiken: ten minste 80% van de activa moet ESG-kenmerken promoten, met nog strengere drempels voor fondsen die duurzaamheidsreferenties bevatten.
Door de toenemende complexiteit van de regelgeving en het toenemende reputatierisico kiezen steeds meer managers ervoor om zich op de achtergrond te houden. Dit is het fenomeen van 'greenhushing' : het opzettelijk verbergen van hun duurzame praktijken om controle en kritiek te vermijden. Deze paradigmaverschuiving weerspiegelt de moeilijkheden waarmee internationale bedrijven te maken krijgen bij het navigeren door uiteenlopende regelgeving, met name tussen Europa, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
In het Verenigd Koninkrijk is het nieuwe SDR-regime (Sustainability Disclosure Requirements) positief ontvangen vanwege de duidelijkheid en focus op investeerders. Labels zoals "Duurzaamheidsfocus" of "Duurzaamheidsverbeteraars" zijn effectiever dan de Europese SFDR-classificaties (Artikelen 6/8/9).
Juist om deze reden heeft het EU-platform voor duurzame financiering een nieuwe classificatie voorgesteld die de Britse aanpak volgt en fondsen in drie categorieën indeelt: "Duurzaam", "Transitie" en "ESG-collectie". Deze harmonisatie wordt door exploitanten met spanning tegemoet gezien om vergelijkende analyses te vergemakkelijken en greenwashing tegen te gaan. Fondsnamen lijken de beslissingen van beleggers, met name particuliere beleggers, sterk te beïnvloeden.
Ondanks de complexe ESG-omgeving wordt verwacht dat de markt voor groene, sociale en duurzaamheidsgerelateerde obligaties (GSS) in 2025 opnieuw de grens van 1 biljoen dollar zal overschrijden. Belangrijke trends zijn onder meer de herfinanciering van aflopende schulden, de overgangsfase voor duurzaamheidsgerelateerde obligaties (SLB's) en de inwerkingtreding van de normen van de Europese Unie voor groene obligaties.
De nieuwe ESMA-regels voor fondsnamen gelden ook voor GSS-obligaties, die moeten voldoen aan de criteria van benchmarks die zijn afgestemd op het Klimaatakkoord van Parijs. Deze beslissing heeft, hoewel het beleggingsuniversum kleiner is geworden, ook de lat hoger gelegd.
Als 2024 het jaar was van het aanpakken van kritieke problemen, zal 2025 het jaar van reorganisatie zijn. De regelgeving stabiliseert, de druk van beleggers neemt toe en het politieke klimaat blijft onvoorspelbaar.
Maar de structurele oorzaken – klimaatverandering, biodiversiteitsverlies, sociale ongelijkheid – blijven onverminderd urgent. En in een wereld waar zwijgen net zo misleidend kan zijn als overdrijving, moet duurzame financiering leren spreken met helderheid, nauwkeurigheid en impact.
esgnews