VAN DE TC GAZİANTEP 13E FAMILIERECHTBANK

VERWEERDER : BAYRAM KISA Yukarı Dikmen Mah. 641 Sk No: 26 Çankaya / ANKARA De eiser heeft zijn verzoekschrift als volgt samengevat: Zij is op 13/08/2011 met de verweerder getrouwd, uit dit huwelijk hebben ze twee kinderen gekregen, de verweerder heeft haar voortdurend onderworpen aan psychisch en fysiek geweld, drugs gebruikt, heeft om deze reden 6 jaar in de gevangenis gezeten, hij heeft haar bedrogen nadat hij uit de gevangenis was vrijgelaten, ze leven al 9 maanden gescheiden, om al deze redenen heeft zij verzocht om een scheiding van de verweerder en om alimentatie van 6.000 TL die van de verweerder zou worden afgenomen en aan haar zou worden gegeven, uit een maandelijkse toelage van 3.000 TL voor elk van de kinderen. In de echtscheidingszaak met dossiernummer 2025/228 van de familierechtbank van Gaziantep, 13e, is de gedaagde Bayram Kısa (TC: 26221491366), geboren op 05-04-1987 in Çankırı / Kızılırmak, zoon van Güleser en Mehmet. De aan Bayram Kısa verzonden kennisgevingen werden als niet-betekend teruggezonden. Aangezien de adresgegevens van de gedaagde ondanks het zoeken naar adressen niet konden worden gevonden, werd besloten dat het verzoekschrift en de zaken in het kort geding openbaar aan de gedaagde zouden worden meegedeeld.
Het verzoekschrift wordt geacht te zijn betekend zeven dagen na de datum van aankondiging, overeenkomstig artikel 31 van de Wet op de kennisgeving. Volgens artikel 122 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan de gedaagde binnen twee weken na de datum van aankondiging van het verzoekschrift reageren; indien het antwoordverzoekschrift niet binnen deze termijn wordt ingediend, wordt hij geacht alle feiten in het verzoekschrift te hebben ontkend, overeenkomstig artikel 128 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering; volgens de artikelen 121 en 129 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering moet hij de stukken die hij als bewijs aanvoert bij zijn verzoekschrift voegen en de nodige toelichtingen geven met betrekking tot stukken die van elders worden aangevoerd; hij moet de feiten waarop hij zich beroept concretiseren op een wijze die geschikt is voor bewijs; hij moet duidelijk aangeven op welk bewijs hij zich beroept en welk bewijs wordt aangevoerd om welk feit te bewijzen (artikel 194); hij kan later geen feiten aanvoeren die hij niet heeft gespecificeerd in het antwoordverzoekschrift en het tweede antwoordverzoekschrift, of bewijs waarop hij zich niet heeft beroepen; overeenkomstig Wet nr. 7251, In overeenstemming met artikel 141 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering nummer 6100, zoals gewijzigd door het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, kunnen de partijen hun vorderingen en verweren vrijelijk uitbreiden of wijzigen met een antwoordverzoek en een tweede antwoordverzoek, en na de wederzijdse indiening van verzoekschriften, worden de zaken die zij hun vorderingen en verweren niet kunnen uitbreiden of wijzigen, onverminderd de bepalingen van wijziging en de uitdrukkelijke toestemming van de andere partij in overeenstemming met artikel 141/2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, aan de gedaagde BAYRAM KISA meegedeeld DOOR MIDDEL VAN EEN KENNISGEVING in plaats van kennisgeving.
ahaber