Het Hof van Justitie van São Paulo (TJ-SP) accepteert het beroep van Taurus en staat onlinereclame voor wapens toe.

Het Hof van Justitie van São Paulo heeft afgelopen dinsdag, de 28e, unaniem besloten dat er geen wettelijk verbod is op het adverteren voor vuurwapens op internet of sociale media, zolang bedrijven zich houden aan de regels van het Ontwapeningsstatuut en de Nationale Raad voor Zelfregulering van Reclame.

De analyse door de 27e Kamer voor Privaatrecht van het Hof van Justitie van São Paulo vond plaats naar aanleiding van een beroep dat Taurus had aangespannen tegen een besluit tot verwijdering van vuurwapenreclame van digitale platforms. De uitspraak volgde op een rechtszaak die in 2022 was aangespannen door Rede Liberdade, Comissão Arns , Idec en Intervozes.

In de rechtszaak die de groep bij het Hof van Justitie aanspande, betoogde de groep dat de reclamecampagnes van het wapenbedrijf een cultuur van geweld aanwakkerden. In de procedure stelde het Openbaar Ministerie dat er sprake is van "onmiskenbaar" misbruik wanneer wapens op digitale kanalen worden gepromoot zonder leeftijdsbeperking en met gebruikmaking van nationale symbolen.

Volgens de rapporteur van de zaak zijn de regels van Conar echter voldoende om misbruik tegen te gaan en "is gehoorzaamheid aan de bepalingen van de Raad van Toezicht voldoende om elk mogelijk misbruik te voorkomen." Hij stelde ook dat het dwingen van het bedrijf om zich te beperken tot gespecialiseerde tijdschriften "in strijd is met de wettelijke bepaling die adverteren in welke media dan ook toestaat, mits onder toezicht."

Met betrekking tot de ongerechtvaardigde blootstelling van minderjarigen aan wapens merkte rechter Dario Gayoso in zijn uitspraak op dat het Statuut voor Kinderen en Adolescenten alleen het adverteren van wapens verbiedt in publicaties die gericht zijn op kinderen en jongeren, niet op internet in het algemeen.

"Er is geen juridisch beletsel voor de verspreiding van publicaties over vuurwapens, ook online, zolang ze voldoen aan de regels van de Raad van Toezicht", schreef hij.

Het panel verwierp ook het verzoek om schadevergoeding voor morele schade, zoals aanvankelijk door maatschappelijke organisaties was gevraagd. De rapporteur van de zaak stelde dat er geen sprake was van collectieve morele schade, aangezien de geanalyseerde publicaties "niet aanzetten tot geweld, maar slechts een beschrijving van de producten waren". Hij benadrukte verder dat alleen het leger bevoegd is om in dit soort gevallen administratieve sancties op te leggen en te inspecteren.