Geassisteerd rijden op plattelandswegen: ongevallenonderzoekers ontdekken veiligheidslacunes

Ze hebben hun waarde al bewezen op snelwegen: rijhulpsystemen die de rijstrook, snelheid en afstand tot de voorligger in de gaten houden, maken het rijden gemakkelijker. Maar geldt dit ook voor provinciale wegen? Ongevallenonderzoekers uit Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland hebben dit onderzocht. In een nieuwe studie, exclusief beschikbaar voor RedaktionsNetzwerk Deutschland (RND), concluderen ze: er is nog veel ruimte voor verbetering.
- Wat zijn rijhulpfuncties en hoe verschillen ze van rijassistentiesystemen?
Rijassistentiesystemen zijn in veel nieuwere auto's al verplicht vanwege hun veiligheidsaspecten. Ze werken op de achtergrond en grijpen soms actief in bij gevaarlijke situaties, bijvoorbeeld door middel van een noodstop. Ze waarschuwen de bestuurder ook met pieptonen, waarschuwingssymbolen of trillingen als de bestuurder dreigt in slaap te vallen of van zijn rijstrook af te wijken.
Assistente rijfuncties daarentegen moeten actief worden geactiveerd tijdens het rijden. "Hun primaire doel is om meer rijcomfort te bieden", zegt Kirstin Zeidler, hoofd ongevallenonderzoek bij de Duitse Vereniging van Verzekeraars (UDV). Naast afstandsregeling en cruisecontrol omvatten deze functies ook rijstrookcentrering en naleving van de snelheidslimiet. Deze ondersteunende functies, bekend als Level 2, zijn al gebruikelijk in veel voertuigen, met name in middelgrote tot luxe auto's en SUV's. "Level 2-voertuigen zullen tot ver in het volgende decennium nog op onze wegen te vinden zijn", benadrukt Zeidler.

De RND-nieuwsbrief van het district. Elke donderdag.
Door mij te abonneren op de nieuwsbrief, ga ik akkoord met de advertentieovereenkomst .
- Welke taken heeft de persoon aan het stuur?
Zelfs wanneer Level 2-systemen actief zijn, geldt nog steeds: de bestuurder moet zijn hand aan het stuur houden, het rijgedrag in de gaten houden en zijn verantwoordelijkheid nemen. Studies tonen echter aan dat monotoon toezicht op de systemen vermoeidheid veroorzaakt en het moeilijk maakt om snel en effectief in te grijpen.
- Hoe hebben de onderzoekers de systemen getest?
Samen met partnerorganisaties uit Zwitserland en Oostenrijk identificeerde de UDV kritieke rijsituaties op provinciale wegen rond het Bodenmeer en bootste deze na op een testtraject. Vervolgens werden de systemen zowel daar als in het echte verkeer getest op functionaliteit.
Level 2-systemen functioneren alleen betrouwbaar op goed ontwikkelde, snelwegachtige landwegen. Problemen ontstaan wanneer de wegen slecht onderhouden zijn, geen midden- en bermmarkeringen hebben, en te maken krijgen met krappe bochten en complexe verkeerssituaties. "Op een landweg zonder middenmarkering stuurt het systeem het voertuig naar het midden van de weg, ook al is er mogelijk tegenliggers", bekritiseert Zeidler. Ook snelheidsaanpassingen bij het binnenrijden van bebouwde kommen of uitwijkmanoeuvres bij plotselinge obstakels waren lastig. "Gemiddeld was ingrijpen om de vijf minuten nodig, soms zonder waarschuwing."
- Waar moeten bestuurders op letten?
Op landwegen met veel bochten of zonder rijstrookmarkeringen, en in stadsverkeer, mogen Level 2-systemen niet of slechts met uiterste voorzichtigheid worden gebruikt. Net als bij handmatig rijden geldt: houd uw handen aan het stuur, houd uw ogen op de weg en laat u niet afleiden door uw smartphone, touchscreen of andere secundaire activiteiten, waarschuwt Zeidler. Rijfuncties variëren in functionaliteit van fabrikant tot fabrikant, en soms zelfs van model tot model. Daarom is het raadzaam om vooraf advies in te winnen en ook de handleiding te lezen. Consumenten kunnen zich onder andere informeren over de veiligheid van voertuigen bij de consumentenbeschermingsorganisatie EuroNCAP.
- Waar moeten fabrikanten verbeteringen doorvoeren?
Ze zouden de systemen nog veiliger kunnen maken, benadrukken de ongevalsonderzoekers. Nieuwe Level 2-modellen zouden daarom alleen goedgekeurd moeten worden volgens de huidige, strengere veiligheidseisen: dit houdt onder meer in dat de bestuurder zijn handen aan het stuur en zijn ogen op de weg moet houden. Het is ook belangrijk om de bestuurder actief te betrekken – bijvoorbeeld door slechts matige ondersteuning van het systeem te bieden bij het aanhouden van de rijstrook en de bestuurder deel te laten nemen aan het sturen. Bovendien zouden cockpitdisplays voor de systemen duidelijker en consistenter ontworpen moeten worden qua kleur en symbolen. Hier bestaat nog steeds vaak een risico op verwarring, aldus Zeidler. En ook de beperkingen van Level 2-systemen moeten duidelijk worden gedefinieerd: ze zijn geen "piloten" en ze opereren niet "autonoom".
Level 2-systemen zouden ook niet moeten worden volgeladen met extra functionaliteiten die de bestuurder zelf moet controleren en waarvoor hij verantwoordelijk is. "In dat geval is het beter om direct over te stappen op Level 3-rijfuncties, waarbij de verantwoordelijkheid voor specifieke onderdelen bij het systeem ligt."
- Welke vragen zijn nog onbeantwoord?
Het is momenteel onduidelijk of kritieke situaties tot ongevallen leiden wanneer Level 2-systemen worden geactiveerd. Zo ja, dan moeten de oorzaken worden opgehelderd en moeten passende maatregelen worden ontwikkeld, eist de UDV. Om ongevallen te reconstrueren, moeten relevante gegevens van de systemen worden vastgelegd in de black box van het voertuig, de ongevallendatarecorder. Tot slot moeten ook de langetermijneffecten op het rijgedrag en de coöperatieve betrokkenheid van mensen worden onderzocht.
rnd